Herman Brusselmans keert terug naar zijn jeugd. Theet 77said to het address in Hamme waar hij opgroeide, does de leter huilen van het Lachen en huilen van het huilen.
Years ago Herman Brusselman’s definitieve roman over zijn jeugd aan, jarenlang wilde interviewers weten wanneer dat mythische boek nu eindelijk zou verschijnen, jarenlang keken zijn lezers er reikhalzend naar uit – en nu, op de vijfenzestigste verjaardag van de eeuwig Jonge Oppergod van de Vlaamse letteren , is het uniquely zover: Theet 77 is gone.
Theet 77 is het address in het Oost-Vlaamse Hamme was Herman opgroeide as zoon van de opvliegend veehandelaar Gust Brusselmans en zijn droeve, lieve vrouw Lea. ‘Theet was magical,’ Brusselmans wrote in My hair is long, ‘Theet was historical, Theet was een legende. Whenever in Hamme there was something that ever van Theet, the hoed van eerbied was cleared.’
De publicatie van Theet 77 is supposed to be wrong with the van Het book van violet en dood, het book van Gerard Reve dat all other books above ground most maden, keep de Bijbel en het Telefoonboek. Reve, Brusselmans’ literaire vorbeeld, kondigde jarenlang zijn opus magnum aan, en oogstte teleurstelling toen hij het in de winter van zijn leven alsnog publiceerde – omdat de mythe nu eenmaal altijd achterblijft bij de werkelijkheid.
Brusselmans trek zich a long niets meer aan van de wensen en verwachtingen van de critici en jury’s van literaire prijzen. Nooit will be a book van hem bekroond (alleen Magnificent ogen uit 1984 kreeg ooit een piepkleine prijs van het literaire tijdschrift Yang). Altijd iron recensenten that hej volwassen wordt en zich not last longer. Op datzelfde verwijt heeft Reve het ultieme antwoord al gegeven: ‘How do I have to do it differently?’
Dus zevert, raaskalt en bullshit Brusselmans de one na de other roman vol. number 83? number 85? Hij is zelf de tel kwijtgeraakt. ‘Jouw romans hebben geen verhaal’, state in Ex-Schrijver, ‘three maar door en door, zone begin en and, he born nooit iets what de moeite waard is.’ Hij koos for he absurdisme. Voor de nonsens – in the wordt poorly understood. “En ik thought: as jullie een seriously boek van me will, val dan dood, want jullie think toch zeker niet dat Theet 77when he comes ooit, aan Ernst ten or zal gaan?”
En toch, en toch. Toch besloot Brusselmans om het mythical book not long before zich uit te schuiven en he serieus work van te maken. Hij zou met zijn jonge vriendin Lena – the binnenkort zal bevallen van hun zoon, the Roman gaat heten – terug naar Hamme gaan om de getuigen van zijn jeugd te interview.
Any dood
De eerste zin had hij al voor hij begun: ‘I was a drummer in Hamme.’ En verder had hij herinneringen, twijfels, veronderstellingen, beelden, droomflarden, ‘en nood aan de behalen van getuigen’. Want another thing dood. Avenue Roza Coesteert, 101, leefde nog. Brusselmans reed near hair toe, met Lena achterop de Triumph. Roza vertelde over de bewoners van Theet, over de veehandel van Hermans vader, over het café dat z’n grootmoeder Maria aan huis dreef en over de tijd dat z’n grootvader Frans nog niet dement was. Maar wel al knettergek.
The stokoude dame had van veel things nooit gehoord en voor the things most Brusselmans zijn own cherished aanspreken. And as dat faalde, dan was hij aangewezen op zijn fantasy. That is what ever he meets most than ever Theet 77 Begins: zijn avonturen as Slag, het begaafde drummertje in the rock band The Twelve Waffles, en Snot, talented voetballertje by Vigor Hamme, was not authentic of melancholiek opgetekend, but met bravura. Behave as strong.
Totally over the head of the Brusselmans in the verslag van zijn prilste seksavonturen which, as we the auteur may have loved, and that we should never do, al for zijn veertiende aanvingen. Elke keer warns Herman een meisje na de daad of ze soms het vlammetje van zijn aansteker kan uitblazen met haar kut. As het uitblazen niet lukt, zij ook met hair labia zijn neus snuiten. Of hij blaast het vlammetje zelf uit. ‘Ik hield de nog steeds brandende aansteker op een afstandje van m’n kont, liet een scheet als een hurricane, maar in plaats van dat het vlammetje doofde, ontstond er een steekvlam die het schamhaar van Marloes in de fik zette.’
Naarmate Theet 77 vordert, wordt het schrijnender. Je demands toch om niet alleen te huilen van het Lachen – and that deed ik – maar also om te huilen van het huilen. Of course tegelijk. Brusselmans gaat op zoek naar de duistere bronnen van zijn bestaan, naar de ervaringen uit zijn jeugd die hem hebben getekend. Hij kijkt het monster van zijn angsten in de ogen, de varingen hebben teisterd, later kermen en rattles.
Hij writing over de dagelijkse meppen die hij van zijn vader kreeg, hoe zijn vader zijn moeder sloeg – dat hield pas op toen Herman en zijn broer keihard terugsloegen – en over het dierenleed. Het afvoeren van de koeien en kalfjes op het erf, het schielijk slachten van de geliefde bull, Little Joe, door die met een hamer de hersens in te rammen en daarna met een slagersmes de keel door te snijden.
Zotheid in de genes
Uiteindelijk suffers Theet 77 to the Schrijverschap zelf. De dromen van een carrière as drummer en voetballer versplinteren en zijn leven krijgt, bijna terloops, zin en betekenis as Herman behaved as a student in Ghent began te schrijven, ‘absurde onnozelheid, onzin die me zelf beviel’. ‘Writing?’ shows z’n father. ‘Ok that again? Oplets that have never been known. Vele artists zijn zo zot than een achterdeur.’
De zotheid quote in z’n own genes. Net as zijn grootvader Frans kon Herman het al jong niet lateen om mensen in de zeik te nemen. Zijn moeder Lea says tegen hem: ‘Het is a gevaarlijk spel that je speelt met other mensen, stop daar maar so nelly mogelijk mee, of je zal de gevolgen ervan ondervinden. Mensen zullen je wantrouwen. Ze zullen think: hij zegt dit maar bedoelt dat. Ze zullen think: hij wil ons een kloot aftrekken. En ze zullen je gezelschap mijden. Je zal een eenzame man been.’
Herman knew that he had done that earlier. Maar hij konniet differently than fabuleren, te ver gaan. Ouwehearen. writing. ‘Het leven most op z’n kop been gezet. Het leven most betekenis krijgen. I know with the dry season that it is not possible to be born. Toen ik slaapwel show me m’n moeder, I thought: I wou dat ik je kon helpen, en mezelf erbij. Ze smiled, with the smile that was true never remained unnoticed.’
With the glimlach op mijn gezicht sloeg ik Theet 77 tight.
Herman Brusselmans, Theet 77Prometheus, 424 p., 25 euros.