een leven lang met de onafwendede dood as trouwe metgezel

“Avenues that I do not want to describe.” Jeroen Brouwers, the Wednesday morning op 82-year leftijd overleed in Maastricht, what pas 37 jaar oud toen hij deze zin opschreef. That was in an essay ‘Zelfportretje met vlakgom’, published in the bundle Kladboek (1979). He’s talking about a programmatic question. Ten first omdat zijn hele oeuvre een strong autobiographical character heeft. Ent tweede omdat de dood Brouwers zijn hele leven is blijven fascineren, om not te zeggen obsederen. Sowel zijn own dood than those of others. The applicable dood was een van de motivaties om te gaan Schrijven: how boeken publiceert, laat sporen na. “It is possible that de zin van het leven.”

Ook de dood van other fascineerde hem, met name wanneer the door own hand dead stood kwam. Het leidde tot de imposante, uiteindelijk zelf two dikke delen omvattende study De laatste deur (1983, 2017), over Nederlandstalige auteurs die zelfmoord hadden gepleegd.

Hoewel Brouwers naar own zeggen een schrijver what “die zijn leven boekstaaft”, stelde hij tegelijkertijd dat hij in strictly autobiographical zin weinig over zijn leven had schreven. For a toekomstige biograaf, so schreef hij, then he has a little valuable project on the basis of building projects and just reconstructing van zijn leven samen te places.

The talks are in het feit dat Brouwers zijn autobiographie altijd heeft gebruikt om he literatuur van te maken: naar goeddunken selecterend, orderend, bijbuigend, splintering, verwerpendend, compressing and different interest to zijn hand zettend waar de literatuur dat zijns inziens vroeg. Zijn Kinderjaren in Batavia, Zijn jaren op katholieke boarding schools, the slechte relationship met zijn ouders, zijn jaren in België, the born van zijn eerste kind, the eenzaamheid van zijn remaining in de Achterhoek, zijn relatieperikelen, zijn alcoholisme, zijn afnemende gezondheid: ze zijn allermaal processed into zijn boeken, keer op keer op keer. Maar wel zoals het hem, als Schrijver, uitkwam.

Batavia

Jeroen Godfried Maria Brouwers was born on April 30th, 1940 in Batavia, he was born in his father’s workshop and was called Boekhouder. “Onze Kleine rakker wordt feestelijk ingehaald, hè vrouw”, zou de man hebben opmerken, omdat er op diezelfde dag kanonschoten hadden klonken ter ere van de verjaardag van kroonprinses Juliana.

Three years later, toen all westerlingen by the Japanese are geïnterneerd, belandde de jonge Jeroen met zijn moeder, zus en grootmoeder in het vrouwenkamp Tjideng. Brouwers zou er in meerdere boeken over Schrijven, with name in zoned rood (1981).

Jeroen Brouwers, Thuis in Lanaken, beginning 2020.Beeld Aurélie Geurts

After that, the report will be repatriated to the Netherlands and Jeroen will be asked to pay a fee. Hij werd daar niet bij zijn naam genoemd, maar bij zijn number: 37. As we de roman Het zonkene (1979) may be geloven – en elke biograaf does dit op eigen risico – begon Brouwers’ vader hem enkele weken eerder al ‘nummer 37’ te noemen, zodat zoonliefer er vast aan konwennen. De derde van de drie kostscholen die hij bezocht, Sint Maria ter Engelen, zou de inspirational bronze before men voor zijn bitter schurende roman Het hout (2014), which is about sadisme en seksueel misbruik in een door Kloosterlingen geleid jongenspensionaat.

Na zijn diensttijd bij the Koninklijke Marine was Brouwers enkele jaren werkzaam in de journalistiek. In 1964 publiceerde hij Het mes op de keel, a verhalenbundel that hij later than mislukt beschouwde en nooit liet herprinten. Het book was published by Vlaamse uitgever Manteau, because Brouwers was not long there were accepted as secretaris van directeur Angèle Manteau. Hij zou er opklimmen tot (hoofd)redacteur en in total twaalf jaar werkzaam zijn België. In Groetjes uit Brussel (1969) deed hij hiervan verslag.

hinge moment

Beginning of the year, Brouwers had some tijd een relation with de tien jaar younger Anne Walravens. In 1973, toen de relation al otherhalf jaar voorbij was, pleegde Walravens zelfmoord: a ‘hinge moment’ in Brouwers’ life. Haar dood brought the ‘Orpheus’ theme into his work: the man who oversaw the subject matter tried to terug te halen uit het dodenrijk. Under the name ‘Aurora’ (Zonsopgangen boven zee) and ‘iris’ (‘De Excelse willamenten’, Kladboek) zou ze in zijn factory terugkeren. Ook zou Brouwers De lastste deur aan haar opdragen en zijn nachter naar haar vernoemen.

Hoewel de inmiddels naar Exel in the Achterhoek verhuisde Brouwers met Joris Ockeloen in the wake (1967, Vijverbergprijs) en Zonsopgangen boven zee (1977) een zekere literaire recognition had verworven what he een literaire rel voor nodig om brede bekendheid te krijgen. The kwam in 1979, toen hij het schotschrift De new auditor publiceerde, waarin hij zich fel afzette tegen het volgens hem door ‘jongetjesliteratuur’ marked literaire klimaat van de jaren zeventig.

In 1981, following a recent controversy, the essayist and columnist Rudy Kousbroek met in NRC Handelsblad in uiterst critical bewoordingen uitliet over de wijze waarop Brouwers in zijn roman zoned rood het jappenkamp Tjideng had described. Volgens Kousbroek had Brouwers de Japanse gruweldaden in dit camp – warvan de commandant in 1946 because of oorlogsmisdaden ter dood were veroordeeld en geëxecuteerd – sterk overdreven. Toen het book in 2020 een fraai vormgegeven 50ste druk beleefde, bleek Brouwers zijn in 2010 overled the opponent nog niet te hebben vergeven. In a ‘Eenmal nawoord’ beet hij nog eens fel van zich af en noemde Kousbroek daarbij consequently ‘K’. The complete naam kreeg hij niet uit zijn pen.

First bestseller

Hoewel hij vooral recognizing kreeg as a novelist, beschouwde Brouwers zijn essays – naast polemieken ook veel doorwrochte schrijversportretten – as even belangrijk. Toch was het na de voltooiing van zijn ‘Indie-trilogie’ (Het zonkene, zoned rood, De zondvloed) dat hij meende zijn most important work te hebben schreven en overwoog met schrijven te stop. Hij liep tegen de 50 en meende nog tien jaar te leven te hebben. “Het Brouwersdom was not worth more than 60.”

It’s different. In 2000 he had met with relatively little light toonzette in plotrijke secret cameras voor het eerst een heuse bestseller, the bovendien uiterst loved betvangen. “Beroert de drums en trompetten: de neither opposing van Jeroen Brouwers is een feit”, states Arjan Peters in de Volkskrant (knipogend to the title of van Brouwers’ behavior bundle Zonder drums and trumpets).

Opnieuw deelde Brouwers mee nu toch really uitgeschreven te zijn en he niet van uit te gaan dat hij nog long te leven had. Vervolgens publiceerde hij – in middels terugverhuisd naar België – more four romans, om in de laatste daarvan, Client E. Busken, naar own zeggen “nogiets really vernieuwends” te maken. Het book describes the remainder of the aftakelende ik-verteller uit de titel in een psychiatrisch zorgcentrum, en geeft via de Bladspiegel, met zijn niet-uitgelijnde regels, de warboel in diens het hoofd weer. Altijd in soevereine, met vileine humor doordesemde brouwersiaanse volzinnen, dat wel. Hij he won in 2021 de Libris Literatuur prijs mee.

Van Mulisch dead Bomans

Brouwers heeft zich zijn hele leven Schapplichtig verklaard aan Harry Mulisch: Hij beschouwde zich net than zijn vorbeeld than een oeuvrebouwer in Wiens work telkens dezelfde thema’s en motives, steeds op other wijze terugkeren. Hij leende daarvoor zelfs het Mulisch-term ‘octaviteit’: as bij een toon en een boventoon zijn de terugkerende elemente in zijn work ‘hetzelfde en niet hetzelfde’. Misschien vette Brouwers zijn werkwijze het mooist samen in a kort zinnetje op de first pagina van zoned rood: “Never bestaat that no differently aanraakt.”

Tot zijn other leermeesters rekende hij Lodewijk van Deyssel (concerning the polemieken) and – a small beetje – Godfried Bomans, because of this elegant writing. mead De spoken by Godfried Bomans (1982) schreef hij een fraaie monograph over deze derde van zijn drie ‘Haarlemse’ voorbeelden.

Also zelf was Brouwers, who om raadselachtige talken nooit bekroond met de PC Hooftprijs, een inspired. Van Tom Lanoye dead Joost Zwagerman, van Ronald Giphart dead Benno Barnard, van Stefan Brijs dead Dimitri Verhulst: anyway, we’re grateful for the work van Brouwers did. We zijn no van de oude meester af.

ttn-31