I’m going to three places in Ghent and I want to get away from here, I don’t want that overleef

Frederik De Backer is a columnist.

Frederik De Backer19 may 202217:00

Oh the city, with hair books and restaurants and lelijke mensen. Met haar trams and haar scooters. Met haar vreemde accent. I’m going to three places in Ghent and I want to get away from here, I don’t want that overleef.

In the three maanden heb ik evenveel baked eggs, the rest is me op twee wielen tegemoet come. Stof stacks zich op mijn kookplaat op terwijl de euro’s me as meisjes door de vingers glippen. Was it my own wareloze troep opvreten Wanner ik tezelfdertijd in foetushouding onder my bureau you could liggen huilen tot een vent met a kleurige rugzak me de zijne overhandigt?

I’ve never forgotten the city, my grandsons are my students and they know the street in the tramway and the station in the Gravensteen. I didn’t take any other route to the Carrefour Express. Bovenal heb ik located in bad, honderden uren al, in episodes van twee, drie, soms wel four uur, diep verzonken in een van de vele tientallen boeken die ik sinds mijn komst naar het mokum heb besteld. When I was rustic, I could copy things. En vreten. En mijn kop kaalscheren. I weigh 119 kilos, so tasty ben ik dus.

The state is warm for how geen buren heeft. Ze bouwen here with box. Wij hebben geen last van hen – tenzij de fire alarms afgaan, what here also a wanted blijkt – maar zij kennelijk wel van ons. Ze heard our voices, our words about the most rare snuiters, the ones pad heeft gekruist, gevloek om pakketbezorgers the woorden van waarde gewoon aan deur afzetten, thuis of niet. I’m sorry dead a whispering screen.

Het platteland, that’s why I want him. O eindeloze velden, sluit me opnieuw in uw arms. Het is alweer mei, maar he valt vastly nog ergens wat stront op te snuiven. O te may dwalen longs de oevers van my Dender! De Palitsebeek, de Valier, de Dommelingen, Kruisbeekveld! Begraaf me op de Vijfhoek, tussen Noster en Palmyre. Gooi mijn lijk in de beek achter Gerard, waar de eenden drijven op javel, of aan de overkant, in de schaduw van Sint-Raf, maar laat me niet achter in deze stede the nooit van mij was en ik nooit van haar.

In Likerk nobody thinks of him from Aalst. En or ik de QR-code van de menukaart al heb scanned. Daar lees je je ordering nog woon af van een scherm aan de muur, boven een good patatten. The city heeft vele vordelen, all above oppervlakkigst. Je raises winkels en optredens, maar niet de tijd om tot jezelf te komen. Wanne je dan eindelijk een inzicht het paper genergent, word je we’re on a terras geroepen. In all near the Vrijdagmarkt for what is spread. Twintig euros for a handful of spaghetti. En kissed, steeds maar weer been kissed.

Doe me kiezen tussen Korenmarkt and Korenhalm, and ik fluister never sea.

ttn-31